In 2016 worden alle nieren van overleden Nederlandse donoren tussen uitname en transplantatie standaard behandeld via machinepreservatie. Uit grootschalige onderzoeken in binnen- en buitenland blijkt dat dit de beste manier is om donornieren te bewaren en te vervoeren. Dit vervangt voor nieren de ‘cold storage’ in een koelbox.
Kwaliteit behouden
Hoe werkt machinepreservatie, ook wel perfusie genoemd? Een donornier wordt in de machine voortdurend gespoeld met een speciale vloeistof. De machine zorgt ervoor dat een soort hartslag wordt gesimuleerd en de vloeistof dus ‘pulserend’ door de nier spoelt. Door machinepreservatie blijft de kwaliteit van de nieren beter behouden, zodat deze geschikt blijven voor een succesvolle transplantatie.
Welke machine werkt het beste?
De komende twee jaar maken alle transplantatiecentra gebruik van twee verschillende perfusiemachines. De eerste nier van de donor gaat op de ene machine, de tweede nier op de andere. Beide machines werken op basis van koude perfusie. Voor de werkwijze met twee machines is gekozen om grondig te kunnen beoordelen welke machine op de lange termijn de standaard wordt in Nederland. Hierbij waren diverse transplantatieprofessionals, vertegenwoordigers van het LONT (landelijk overleg niertransplantatie) en de NTS betrokken. Over twee jaar is meer duidelijk over machinepreservatie van nieren op de lange termijn.
Transport
Bij nieren gaat het specifiek om preservatie tijdens het transport. Ook voor andere organen bestaan preservatie-machines, dan gaat het om een behandeling op locatie. Diverse ziekenhuizen doen onderzoek hiermee. Soms kunnen afgekeurde organen, bijvoorbeeld longen, zodanig behandeld worden dat ze alsnog geschikt zijn voor transplantatie. Deze machines zijn op dit moment nog niet landelijk in gebruik.